In de USA worden sporten onderverdeeld in fallsports en springsports. Dit wordt bepaald door de seizoensindeling van het sportprogramma. In het ene seizoen ligt de focus sterk op sport, waarbij je intensief traint, wedstrijden speelt en vaak onderweg bent voor toernooien en competities. Tijdens deze periode ben je als student-atleet voortdurend in balans tussen sport en studie, waarbij beide aspecten veel aandacht en toewijding vereisen.
In het andere seizoen, hoewel er geen officiële wedstrijden zijn, blijft sport een belangrijk onderdeel van je dagelijkse routine. Je hebt nog steeds regelmatige trainingen en oefenwedstrijden om je voor te bereiden op het volgende competitieve seizoen. Echter, door het gebrek aan competitie heb je meer flexibiliteit in je schema en kun je meer vrije tijd besteden aan andere activiteiten, zoals werken, ontspannen, reizen, sociale evenementen bijwonen en niet geheel onbelangrijk je studie.
Het academisch jaar is verdeeld in twee semesters: het ‘fall’ semester begint doorgaans eind augustus of begin september en loopt tot halverwege december, terwijl het ‘spring’ semester loopt van half januari tot half mei. Het sportseizoen correspondeert vaak met deze semesters, waarbij bijvoorbeeld voetbal en hockey fallsporten zijn die tijdens het herfstsemester worden beoefend, terwijl softbal, honkbal, lacrosse en tennis springsporten zijn die in het voorjaarssemester worden gespeeld.
Dit dynamische schema biedt student-atleten de mogelijkheid om zowel academische als sportieve successen na te streven, terwijl ze tegelijkertijd waardevolle vaardigheden opdoen in time management, discipline en teamwork.
Wil je meer lezen hierover? Bekijk dan de blog over een terugblik op de fall season!